Geschreven door Peter Casier, ON6TT
Problemen
13 November 1993
Fax van Ralph.
"
Het loopt mis. Net bericht gekregen van Quark, onze charter maatschappij. Ze melden ons dat er
problemen zijn met de Akademik Fedorov, het schip dat ons voor de terugreis zou oppikken van het
eiland. De Fedorov wordt gerund door het Russisch Poolinstituut. Door de onzekere economisch situatie
"kunnen ze ons vervoer niet garanderen".
Wat doen we?
a. Doorgaan: Bob Wilber, een Amerikaans teamlid, staat klaar om de resterende 10 ton
expeditiemateriaal naar Montevideo in Uruguay te vervoeren, en daar aan boord van de Khlebnikov te
laden. Als de Fedorov afzegt zullen we dit materiaal later moeten recupereren.
b. Wachten op een groen licht van de Russen, het vervoer van de cargo uitstellen.
c. Onze expeditie afzeggen.
"
Ik antwoord:
"Optie a. Doorgaan."
En door gaan we. Intussen is een tweede Belg, Martin Tosseyn, bij het team gekomen. Martin is geen
radioamateur, maar zal de kampkok worden. De sponsoring gaat maar langzaam, toch krijgen we beetje
bij beetje de nodige financiële steun bij mekaar. We blijven extra teamleden zoeken. We hebben nog
maar acht van de tien radioamateurs gevonden.
Ik contacteer een aantal poolinstituten op zoek naar alternatief vervoer. Zonder veel geluk echter. Allen
antwoorden ze: "Peter I? Daar komt geen enkel schip langs. Je moet op zijn minst een ijsbreker met
helikopters aan boord hebben. De enkele schepen die onder deze categorie vallen, opereren helemaal
niet in de buurt van Peter I. Veel te afgelegen." Ze zeggen wel niet dat ze ons voor gek verklaren, maar
het zit wel in de ondertoon van hun faxen. “Niemand komt ginder in de buurt. Te gevaarlijk, te
afgelegen!”
3 december 1993
Anderhalve maand voor ons gepland vertrek.
Fax van Ralph:
"
Peter, ik heb erg slecht nieuws.
Quark heeft me net gebeld. De Fedorov kan ons niet oppikken. Quark heeft al twee weken hopeloos
gezocht naar alternatief vervoer. Ze hebben uitstekende contacten in dit wereldje, maar tevergeefs.
Onze kansen op slagen zijn nu uiterst klein.
Als je vanuit Europa de situatie kunt verhelpen, dan is het nu het moment.
Enkel jij en ik, de twee coördinatoren van deze expeditie weten van dit nieuws. Maak het nog niet
publiek als je wilt.
De contactpersoon van de maatschappij die de Fedorov runt is Dr.Valery Lukin. Hier volgen zijn
coördinaten.
Ik voel me teleurgesteld en ziek, Peter.
"
Ik fax terug naar Ralph:
"
Kop op, Ralph. Misschien zullen we binnen een paar maanden aan deze periode terugdenken als het
moment 'toen dachten we eraan om de expeditie af te zeggen'...
Ik ga verder om alternatief vervoer te zoeken in Europa. Zoek jij verder in de States en Zuid-Amerika.
Desnoods kan de Khlebnikov me alleen op het eiland af zetten, zonder zeker te zijn wanneer we
opgepikt worden, maar doorgaan doen we.
"
Na tientallen faxen en telefoons wordt het duidelijk: Alternatief vervoer vinden we niet. Intussen houden
we een paar persconferenties om de expeditie aan te kondigen. Het is met lood in de schoenen dat ik
alle details aan de pers voorstel. Maar over ons probleem vertel ik niks. Het voelt aan alsof ik die
mensen blaasjes aan het wijsmaken ben.
Ook Ralph vindt geen enkel alternatief schip. Hij geeft ons nog een week om een ander schip te vinden,
anders moeten we de expeditie af zeggen. Ik slaap en eet niet meer, ben doodop. Hier zitten we dan,
vier weken voor ons vertrek, zonder transport van Peter I terug naar de bewoonde wereld. Nu nog de
expeditie stoppen lijkt waanzin. In de nacht van 6 december zend ik Valery Lukin, onze 'Fax van de
Laatste Hoop'. Ik ken Lukin niet, en weet dus niet waar deze man gevoelig voor is. Geld, wetenschap,
medelijden? Alle troeven speel ik uit en vraag om een afspraak met hem in Sint Petersburg
Intussen probeert Ghis, die me ook met de Clipperton expeditie hielp, contact te leggen met Jukka
Heikinheimo, een gekende Finse radioamateur die in Sint Petersburg werkt. Ghis kent Jukka's broer
goed, en vraagt om mij bij een eventuele vergadering met Lukin als tolk bij te staan.
7 december
Ik kan niet langer wachten, en bel naar Valery Lukin. Enfin, ik probeer te bellen. Tussen de moeilijke
verbindingen door, en na van links naar rechts gestuurd te worden, krijg ik eindelijk Lukin zelf aan de
telefoon.
"Aaah, Mr.Casier, ik heb goed nieuws voor U. Jukka Heikinheimo, heeft me gisteren gebeld. Jukka is
erg gekend hier in Sint Petersburg. Hij en ik hebben de zaak doorgepraat, en ik zie in hoe belangrijk Uw
expeditie wel is. We hebben besloten Uw expeditieteam op te pikken. Ik zend U vandaag nog een fax,
en nodig U uit om op 17 december langs te komen."
Ik kan mijn oren niet geloven. Jukka, die enkel onze tolk moest zijn, heeft zelf het initiatief genomen, en
waarschijnlijk in een paar minuten het tij doen keren. Hoe is dit mogelijk geweest?
Ik bel Ralph op. In Minnesota moet het zes uur in de morgen zijn. Ralph lag blijkbaar nog te slapen.
"Ralph, we are back in business! De Russen hebben toegezegd!"
Ik moet al mijn diplomatische gaven aanwenden om in één week tijd een visum voor Rusland en een
ticket naar Sint Petersburg te pakken krijgen.